Contact via Linkedin levert overtreding van een relatiebeding op
Werknemers hebben nogal eens de neiging om bij een overstap naar een nieuwe werkgever, concurrentie- en relatiebedingen die met de oude werkgever zijn gesloten te bagatelliseren. Dat kan een dure misvatting zijn, zo blijkt uit een recente uitspraak van de rechtbank Arnhem.
In die zaak beëindigde werknemer A zijn dienstverband met werkgever B door het sluiten van een beëindigingovereenkomst. In die overeenkomst was uitdrukkelijk overeengekomen dat het A verboden was om gedurende een jaar contact als particulier persoon of in de zakelijke sfeer te hebben met diverse klanten van B, waaronder het bedrijf C. Bij elke overtreding zou A een boete van EUR 10.000,= verbeuren.
A treedt vervolgens in dienst bij werkgever D. D is een concurrent van B. Beide bedrijven ontwikkelen en verkopen software.
A heeft vervolgens in de privésfeer tweemaal contact met werknemers van bedrijf C. B vindt dat een overtreding van het concurrentieverbod en krijgt gelijk. De rechter veroordeelt A om EUR 20.000,= te betalen.
Daarna gaat A opnieuw in de fout. Hij stuurt C een e-mailbericht met daarin het verzoek om een offerte te mogen uitbrengen. Hierdoor verbeurt hij opnieuw een boete van EUR 10.000,=.
Verder verbindt hij zich via Linkedin met een werknemer van C. Niet duidelijk is van wie dat initiatief uitging. Wel blijkt dat het contact is gelegd in de periode dat het relatieverbod gold. Dat kost A opnieuw EUR 10.000,=.
Tenslotte heeft de nieuwe werkgever D een lunch georganiseerd waarvoor werknemers van C zijn uitgenodigd. A heeft B toestemming gevraagd om aan die lunch deel te mogen nemen, maar die wordt geweigerd. Enkel omdat niet vast komt te staan dat A aanwezig is geweest bij de lunch, verbeurt hij geen boete.
Deze zaak toont aan dat relatie- en concurrentiebedingen serieus moeten worden genomen. Werknemers die aan die bedingen gebonden zijn, doen er dus goed aan op te passen met het al dan niet gedachteloos accepteren van een Linkedin- uitnodiging. Klik hier om de gehele uitspraak na te lezen.
Peter Pijpelink