Succesvol beroep op financieringsvoorbehoud niet eenvoudig

Er ontstaan ontzettend veel geschillen over de vraag of een koper een koopovereenkomst kan ontbinden indien hij de financiering die nodig is om koopsom te betalen niet rond kan krijgen.

In de praktijk komt het er vaak op neer dat koper en verkoper een koopovereenkomst sluiten. In deze koopovereenkomst, die vaak een ‘standaard’ koopovereenkomst zal zijn van bijvoorbeeld de NVM of de VBO, is dan meestal een financieringsvoorbehoud opgenomen. Dit houdt dan in dat de koper de koopovereenkomst kan ontbinden indien hij geen financiering kan verkrijgen. De koper moet dan bewijzen dat hij de financiering niet rond heeft kunnen krijgen. De koper zal dat veelal doen middels het overleggen van afwijzende beslissingen van financiele instellingen.

 

In het verleden was het overleggen van deze afwijzende beslissingen meestal voldoende om de koopovereenkomst te ontbinden.

 

Uit de jurisprudentie van de laatste jaren blijkt echter dat het steeds moeilijker wordt om de koopovereenkomst met succes te ontbinden. Dit heeft dan vaak tot gevolg dat de koper die heeft ontbonden de contractuele boete (vaak 10% van de koopsom) aan de verkoper moet betalen.

 

De trend komt ook tot uitdrukking in een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 28 december 2010 (BO8995).

 

Het komt er op neer dat de koper die zich bedenkt niet op eenvoudige wijze de  koopovereenkomst kan ontbinden. Indien een koper de koopovereenkomst wenst te ontbinden, met een geslaagd beroep financieringsvoorbehoud, dan zal de koper heel duidelijk dienen aan te tonen dat hij er alles aan heeft gedaan om de financiering rond te krijgen. Indien de koper er niet in slaagt om dit aan te tonen dan zal hij een groot risico lopen de contractuele boete te moeten betalen.

 

R. Nobus