Betaling hypotheekrente na echtscheiding
Kan een op grond van de echtscheidingsbeschikking bestaande verplichting tot voldoening van de hypotheekrente worden beschouwd als een alimentatieverplichting en nakoming daarvan via gijzeling worden afgedwongen?
Op grond van de echtscheidingsbeschikking van de rechtbank dient te man zowel kinder- als partneralimentatie te betalen. Bij de berekening van de alimentatie is rekening gehouden met het gegeven dat de man de hypotheeklast van de echtelijke woning zou dragen.
De man voldeed de hypotheeklast niet. De vrouw is een kort geding gestart om de man te veroordelen op straffe van een dwangsom de hypotheeklast aan de bank te voldoen. De man heeft vervolgens slechts ten dele aan zijn verplichting voldaan met als gevolg dat de bank de executoriale verkoop aan partijen heeft aangezegd.
De rechter kan op grond van art. 585 RV tenuitvoerlegging met lijfsdwang toestaan van vonnissen en beschikkingen die veroordelen tot iets anders dan betaling van geld dan wel waarin een alimentatieverplichting is opgelegd.
Partijen zijn het er over eens dat de door de man te betalen alimentatie hoger was uitgevallen inden geen rekening was gehouden met de door hem te betalen hypotheekrente. Gelet daarop is de voorzieningenrechter van oordeel dat de op de man rustende verplichting om maandelijks de hypotheek van de echtelijke woning te betalen kan worden aangemerkt als een vorm van partneralimentatie.
Hoewel de hypotheekrente direct aan een derde, de bank, dient te worden voldaan merkt de voorzieningenrechter de vrouw in dit geval als schuldeiser aan in de zin van art 585 RV. De vordering van de vrouw tot gijzeling van de man wordt toegewezen mede in aanmerking nemende het gegeven dat de man zich niet houdt aan het vonnis in kort geding.