Ontslag op staande voet na overtreden rookverbod
Een bedrijf waarin met brandbare stoffen werd gewerkt, had een rookverbod afgekondigd. Een werknemer overtrad dit verbod waarna de werkgever hem op staande voet ontsloeg.
Enkel in een oude fietsenstalling in een gebied begrensd door een gele lijn, mocht nog worden gerookt. Een werknemer met een dienstverband van ruim negen jaar en een vlekkeloze staat van dienst overtrad het rookverbod. De werkgever ontsloeg hem op staande voet. De kantonrechter te Almelo vond dat te ver gaan en kende de werknemer een schadevergoeding toe. De werkgever ging in hoger beroep en kreeg gelijk van het gerechtshof te Arnhem.
Het hof overwoog dat het rookbeleid was vastgesteld in overleg met de ondernemingsraad, dat de werknemers vooraf waren gewaarschuwd dat bij overtreding ontslag op staande voet zou volgen en dat het afzien of terugdraaien van het ontslag afbreuk zou doen aan de bescherming die dit veiligheidsvoorschrift wilde bieden. Dat de kans klein was dat de werknemer een gevaarlijke situatie in het leven had geroepen door op de bewuste plek te roken, was niet relevant. Het instructierecht van de werkgever prevaleerde boven het belang van de werknemer om niet ontslagen te worden. Het ontslag op staande voet bleef daarmee in stand.