Verhoogde economische kwetsbaarheid bij letselschade
Iedere werknemer loopt het risico ooit zijn baan vanwege een economische oorzaak (bijvoorbeeld reorganisatie of faillissement) te verliezen. In dat opzicht is dus iedere werknemer ‘economisch kwetsbaar’.
Letselschadeslachtoffers die door hun opgelopen letsel beperkt zijn in hun mogelijkheden op de arbeidsmarkt zijn extra kwetsbaar. Indien zij hun baan verliezen door bijvoorbeeld een reorganisatieontslag, zal het in het algemeen langer duren voordat zij een andere baan vinden.
Dat wordt ook wel ‘verhoogde economische kwetsbaarheid’ genoemd.
Deze (toekomstige) verhoogde economische kwetsbaarheid dient bij de afwikkeling van een letselschade al meegenomen te worden. Het slachtoffer met een blijvende beperking vordert een vergoeding omdat het zeker is dat hij aanzienlijk meer tijd nodig zal hebben om een nieuwe baan te vinden indien hij in de toekomst door een reorganisatie of faillissement werkloos wordt.
De vraag dringt zich natuurlijk op hoe deze schadepost becijferd dient te worden. Het gaat immers om een schatting van een kans op toekomstige schade. Dit kan op twee manieren worden afgewikkeld: partijen kunnen bij de schadeafwikkeling een voorbehoud maken. Indien vervolgens deze toekomstige schade zich daadwerkelijk voordoet wordt alsnog een aanvullende schadevergoeding uitgekeerd.
De tweede mogelijkheid is het afkopen van het voorbehoud. Bij het afwikkelen van de schade wordt er dan een bedrag uitgekeerd voor deze mogelijke toekomstige schade. Aangezien de omvang van deze schadecomponent van diverse factoren afhangt (leeftijd, aard van het beroep, ernst van de beperkingen, opleidingsniveau etc.) is het erg moeilijk deze schadepost met een vast bedrag af te kopen en geniet het maken van een voorbehoud vaak de voorkeur.