Geen administratiekosten bij verkeersboete

De overheid mag voor een verkeersboete geen administratiekosten in rekening brengen. Dat heeft een Amsterdamse Kantonrechter (9 februari 2012, LJN: BV6243) onlangs beslist.

Het CJIB brengt sinds 2 juli 2009 6 euro aan administratiekosten in rekening bij de inning van opgelegde boetes bij zogenaamde Mulder-overtredingen. Dergelijke boetes worden opgelegd bij lichte verkeersovertredingen. Dit systeem (het doorberekenen van de administratiekosten aan de verkeersovertreder) blijkt in strijd te zijn met het uitgangspunt dat kosten voor het opleggen van straffen ten laste komen van de overheid.

 

Een hoogleraar weigerde uit principiële gronden om de administratiekosten te betalen. In tegenstelling tot beroep tegen de verkeersboete, is het niet mogelijk om beroep in te stellen tegen administratiekosten. De hoogleraar kreeg na een tijd een dwangbevel waartegen hij in verzet ging. Dat was precies de opzet van de hoogleraar. Hij wilde namelijk een rechtelijk oordeel over de in zijn ogen onterechte administratiekosten.

 

De hoogleraar kreeg zijn gelijk van de rechter. Een verkeersboete is namelijk bedoeld als sanctie en prikkeling om te voorkomen dat de verkeersdeelnemer in zijn gedrag valt. Een boete is geen vorm van belasting voor bepaalde gedragingen om bij de dragen aan de financiering van algemene overheidstaken. De administratiekosten bij een Mulder-boete vormen hierop geen uitzondering. Het staat de overheid echter wel vrij de boete zo hoog te maken dat de daarmee gepaard gaande administratiekosten gedekt zijn.

 

Het CJIB is in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak. De gevolgen zijn op dit moment dus nog onduidelijk. De uitspraak van de kantonrechter kunt u hier nalezen.