Draagkracht kinderalimentatie ‘Big Mac index’
Bij het vaststellen van kinderalimentatie wordt onder andere de draagkracht van de onderhoudsplichtige ouders berekend. Teneinde de draagkracht te bepalen wordt de bijstandsnorm afgetrokken van het netto besteedbaar inkomen als zijnde een minimum norm om te voorzien in het eigen levensonderhoud.
Het minimum bedrag wat nodig is om te voorzien in het levensonderhoud kan per land verschillen. Op 31 januari 2012 heeft de rechtbank Middelburg een uitspraak gedaan betreffende de vaststelling van kinderalimentatie waarbij de niet-verzorgende ouder in Suriname woonde en de verzorgende ouder in Nederland.
De verzorgende ouder is van mening dat in ogenschouw nemende de levensstandaard in Suriname de bijstandsnorm niet als zodanig in aftrek kon komen op het netto besteedbaar inkomen van de niet-verzorgende in Suriname wonende ouder. De kosten van levensonderhoud zijn in Suriname lager. De niet-verzorgende ouder geeft aan dat de zogenaamde “Big Mac index” dient te worden toegepast. Het betreft een methode welke is ontworpen door “The Economist”, een financieel economisch dagblad uit Groot –Brittanië, waarmee het financiële levenspeil tussen de verschillende landen vergeleken kan worden.
De Big Mac is een soort “mandje” van producten en geeft een redelijke doorsnee van het prijsniveau in een economie. De methode gaat er van uit dat een Big Mac in elk land ongeveer even duur moet zijn zodat er aan de hand van de vergelijking tussen de prijzen vastgesteld kan worden wat de waarde (gezien vanuit de levensstandaard) van een Nederlands bedrag is als je het omrekent naar het Surinaamse. De niet-verzorgende ouder rekent de bijstandsnorm om naar een Surinaams bedrag wat dezelfde waarde vertegenwoordigt gebaseerd op de verschillen in levensstandaard in beide landen.
De rechtbank Middelburg heeft bovengestelde methode toegepast bij de vaststelling van de kinderalimentatie en kwam tot de conclusie dat de levensstandaard in Suriname ongeveer 2/3 van het levenspeil in Nederland bedraagt zodat in mindering op het netto besteedbaar inkomen van de man dient te worden gebracht 2/3 van de bijstandsnorm.