Wijzigingen in de WW per 1 januari 2016

Als gevolg van de komst van de Wet Werk en Zekerheid (WWZ) in 2015 is ook de WW veranderd. In juli 2015 waren er al wijzigingen doorgevoerd maar per 1 januari 2016 wijzigt er nog meer. De wijzigingen zien ditmaal op de duur van de uitkering en op de opbouw van de uitkeringsduur.

Uitkeringsduur

Tot op heden was het zo dat de WW-uitkering minimaal 3 en maximaal 38 maanden bedroeg. Vanaf 1 januari 2016 wordt het maximaal aantal maanden beperkt van 38 tot 24 maanden. De WW-uitkering wordt stapsgewijs vanaf januari 2016 afgebouwd met een kwartaal per maand tot 24 maanden in 2019. In de (algemeen verbindend verklaarde) cao kunnen werkgevers met hun werknemers wel afspraken vastleggen over aanvullingen op de WW waardoor de duur toch gelijk kan blijven.

Opbouw uitkeringsduur

Tot en met 2015 was het zo dat er voor ieder gewerkt jaar 1 maand WW-uitkering volgde met, zoals eerder gezegd, een maximum van 38 maanden. Vanaf 2016 wordt dat anders. De eerste 10 dienstjaren geven vanaf dan recht op 1 maand uitkering. Voor dienstjaren vanaf het tiende jaar geldt dat ze ieder een halve maand recht op uitkering geven. Het maximum wordt 24 maanden. Er is wel sprake van overgangsrecht. Dat houdt in dat de dienstjaren tot 1 januari 2016 op de oude manier worden berekend en de dienstjaren vanaf 1 januari 2016 worden op de nieuwe manier berekend.

Anneline Nieuwenhuijse

29 december 2015