Werknemer doorbetalen na een ontslag op staande voet?
De invoering van het nieuwe arbeidsrecht heeft voor veel verdeeldheid in de literatuur gezorgd. Zo ook de mogelijke loondoorbetalingsverplichting van de werkgever na een ontslag op staande voet. De situatie kan zich namelijk voordoen dat de werknemer zijn ontslag aanvecht bij de rechter en dat hij in eerste aanleg gelijk krijgt, maar dat in hoger beroep zijn verzoek wordt afgewezen. In dat geval bepaalt artikel 7:683 BW dat de rechter in hoger beroep een tijdstip moet bepalen waarop de arbeidsovereenkomst alsnog wordt beëindigd. Deze einddatum mag echter niet gelegen zijn vóór de datum van de uitspraak.
Het voorgaande heeft tot gevolg dat de werknemer in beginsel zijn recht op loon behoudt tot de door de rechter bepaalde einddatum. De arbeidsovereenkomst blijft immers tot die datum in stand. In de literatuur bestond veel verdeeldheid over de vraag of de werkgever nu al dan niet verplicht was om de werknemer zijn loon door te betalen. De Hoge Raad heeft op 13 juli 2018 aan deze discussie een einde gemaakt.(1)
In de onderhavige zaak had een werknemer van een drukkerij boeken gestolen ten gevolge waarvan de werknemer op staande voet werd ontslagen. De werknemer stapte naar de rechter die het ontslag vernietigde. In hoger beroep oordeelde echter het gerechtshof dat het ontslag op staande voet terecht was gegeven en stelde een einddatum van de arbeidsovereenkomst vast. Daarnaast oordeelde het gerechtshof dat de werkgever niet verplicht was om nog tot de einddatum het loon door te betalen. Immers, uit de wet volgt namelijk ook dat de loonaanspraak mag worden ontzegd wanneer de werknemer geen arbeid heeft verricht door een oorzaak die niet voor risico van de werkgever komt. De Hoge Raad sloot zich aan bij deze overweging.
Wanneer een werknemer dus is op staande voet is ontslagen, hoeft de werkgever – indien de arbeidsovereenkomst in hoger beroep wordt beëindigd – niet alsnog het loon van de werknemer door te betalen. Het ontslag is namelijk een oorzaak die niet voor risico van de werkgever komt.
[1] https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2018:1209
2 augustus 2018
Nathalie van Poucke