Werkgever, let op met toespraken!
Spreken is zilver, zwijgen is goud. Of dit gezegde altijd opgaat, is nooit bewezen, maar dat was wel het geval in de volgende zaak.
Een ondernemer verkocht zijn bedrijf aan een nieuwe eigenaar die een ingrijpende reorganisatie doorvoerde, die veel banen kostte. Dat leidde tot onrust binnen het bedrijf. De nieuwe directeur besloot een “peptalk” te houden en verplichtte alle werknemers daarbij aanwezig te zijn. In zijn toespraak zei hij dat het alle werknemers die niet in dienst wilden blijven, vrijstond om bij de concurrent in dienst te treden.
Toen twee werknemers dat deden, krabbelde de directeur terug. Hij wilde hen aan hun concurrentiebeding houden. De werknemers vorderden vervolgens dat de kantonrechter het concurrentiebeding zou schorsen waardoor zij wel bij de concurrent in dienst konden treden.
De rechter wees hun vordering toe. Hij wees daarbij erop dat de toespraak die de directeur hield een bijzondere, goed door hem voorbereide toespraak was en dat hij alle werknemers verplicht had daarbij aanwezig te zijn.
De directeur stelde nog dat hij met zijn toespraak wilde bereiken dat alle werknemers een positieve houding zouden ontwikkelen om “schouder aan schouder” aan de toekomst van zijn bedrijf te gaan werken. Die tegenwerping baatte hem niet. Nu hij zo uitdrukkelijk had gesteld dat werknemers die niet die positieve houding zouden ontwikkelen naar de concurrent mochten vertrekken, was het voorzienbaar dat sommigen van hen dat ook zouden doen. Hij kon hen dan ook niet meer aan hun concurrentiebeding houden.
Peter Pijpelink
Juli 2015