Wanneer verjaart een vonnis?

Wanneer de rechter een schuldenaar veroordeelt een geldbedrag te betalen dan is daarmee de schuldeiser nog niet voldaan. Dat is pas het geval wanneer hij ontvangt wat hem op grond van het vonnis toekomt. Er kan veel tijd verstrijken tussen het moment dat de betaling verschuldigd werd en het moment van betaling.

(Wettelijke of contractuele) rente

De schuldeiser lijdt schade door die vertraagde betaling. Hij loopt rente mis die hij wel had genoten bij tijdige betaling. Om die schade te compenseren, kan hij vorderen dat de schuldenaar rente betaalt wegens de te late betaling. Als was overeengekomen dat bij te late betaling rente verschuldigd werd, vordert de schuldeiser de contractuele rente. Bij gebreke aan die afspraak kan hij de wettelijke rente vorderen, ofwel de reguliere rente van artikel 6:119 BW dan wel de rente bij handelstransacties van artikel 6:119a BW. De bijbehorende rentetarieven zijn gepubliceerd op de website van De Nederlandsche Bank.

Verjaring

Een vonnis tot betaling van een geldsom verjaart door verloop van 20 jaar na de datum van de uitspraak. Door de verjaring kan de schuldeiser geen betaling meer eisen. Zijn recht daartoe is door de verjaring vervallen. De vordering zelf blijft na de verjaring wel bestaan. Als de schuldenaar daarna alsnog vrijwillig betaalt, dan kan hij het betaalde bedrag daarna niet meer terugvorderen.

Periodieke vorderingen

Niet alle vonnissen verjaren na 20 jaar. Als de schuldeiser in het vonnis is veroordeeld om jaarlijks of op kortere termijn periodieke betalingen te doen, dan verjaart het vonnis al na 5 jaar. Zo bepaalt artikel 3:324 lid 5 BW. Het betreft bijvoorbeeld (maandelijkse) huur- of pachttermijnen. De wetgever wilde voorkomen dat deze vorderingen tot een onredelijke hoogte zouden oplopen. Daarom verjaren deze al na 5 jaar, in plaats van na 20 jaar.

Verjaring van wettelijke rente

Soms duren procedures lang omdat de schade die een schuldeiser lijdt nog niet precies bekend is ten tijde van de uitspraak. De exacte schade wordt dan vastgesteld in een vervolgprocedure, de zogenaamde schadestaatprocedure. Het kan lang duren voordat partijen die procedure opstarten.

De Hoge Raad wees onlangs een arrest (ECLI:NL:HR2016:2623) in een zaak waarin (kortweg) een schuldenaar in een vonnis veroordeeld was in hoofdsom schade te vergoeden waarvan de hoogte zou worden bepaald in een schadestaatprocedure en tevens om de wettelijke rente over die som te betalen.

Dit vonnis dateerde uit 1994. Pas in 2012 vorderde de schuldeiser betaling van een exact schadebedrag vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1991. Hij stelde dat nu het vonnis uit 1994 niet een exact rentebedrag vermeldde, voor de rentevordering dezelfde verjaringstermijn gold als voor de hoofdsom, namelijk 20 jaar. De Hoge Raad wees die vordering af en bepaalde dat voor de wettelijke rente de korte verjaringstermijn van 5 jaar gold. Deze vordering was inmiddels verjaard.

Stuiting voorkomt verjaring

Verjaring van de rentevordering was te voorkomen geweest door stuiting. Dat kan door de schuldeiser binnen de verjaringstermijn van 5 jaar een aanmaning te sturen. Dan begint een nieuwe verjaringstermijn van 5 jaar te lopen.

Indien u schuldeiser of schuldenaar bent in een oud vonnis dan loont het de moeite om na te gaan of de verjaring van die vordering tijdig is gestuit. Wij kunnen u hierover informeren tijdens ons inloopspreekuur. Dat wordt elke dinsdag gehouden van 14:00 tot 18:00 uur. Daaraan zijn voor u geen kosten verbonden.

Peter Pijpelink

30 november 2016