Vrouw doet onvoldoende om in eigen levensonderhoud te voorzien
In de onderhavige situatie zijn partijen circa 10 jaar gehuwd geweest. In 2017 is het huwelijk door echtscheiding ontbonden. De rechtbank heeft partneralimentatie vastgesteld ten behoeve van de vrouw met een afbouwregeling. De vrouw gaat in hoger beroep. Zij is het niet eens met de afbouwregeling. Zij is van mening gedurende 12 jaar na het eindigen van het huwelijk recht te hebben op partneralimentatie.
Het Hof stelt dat van behoeftigheid sprake is als de onderhoudsgerechtigde niet voldoende inkomsten heeft tot haar levensonderhoud, en deze ook niet in redelijkheid kan verwerven. Er bestaat derhalve niet zonder meer recht op partneralimentatie voor het hele bedrag voor de hele duur van 12 jaar.
De vrouw dient aan te tonen dat zij geen of onvoldoende inkomsten heeft om in haar behoefte te voorzien en evenmin in redelijkheid in staat kan worden geacht (voldoende) inkomsten te verwerven.
De vrouw legt diverse sollicitatiebrieven over waaruit haar inspanning om betaald werk te vinden zou moeten blijken.
Het Hof is van mening dat de vrouw niet heeft aangetoond dat zij voldoende inspanningen heeft verricht om betaald werk te krijgen met name door wijze waarop de brieven zijn opgesteld. Gebleken is dat de vrouw via haar eigen beperkte netwerk heeft getracht werk te krijgen terwijl verlangd kan worden dat de vrouw zich inschrijft via diverse uitzendbureaus en zich laat bijstaan bij sollicitatieactiviteiten met als gevolg brieven die op correcte wijze zijn opgesteld.
De conclusie luidt dat het overleggen van sollicitatiebrieven als onvoldoende kan worden bestempeld. Er dient daadwerkelijk sprake te zijn van inspanning op een wijze die tot resultaat zou kunnen leiden.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 11 januari 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:355
15 februari 2018
Ilse de Dobbelaere-Woets