Mogen min-uren van een werknemer worden verrekend?
In een arbeidsovereenkomst wordt vaak een bepaald aantal uur afgesproken die de werknemer dient te werken. Wanneer er minder uren worden gewerkt door de werknemer, ontstaan er min-uren. Dit is op zich geen probleem wanneer de werknemer deze kan inhalen. Dit wordt echter anders wanneer er sprake is van een aflopend dienstverband. Dient de werkgever deze min-uren dan alsnog uit te betalen of mogen deze – indien zij al zijn uitbetaald – worden verrekend met het loon?
Wanneer een CAO van toepassing is op de arbeidsovereenkomst, dient de CAO te worden geraadpleegd. Vaak staat daar een specifieke regeling omtrent de min-uren te lezen. Zo staat er in de CAO horeca bijvoorbeeld te lezen dat de werknemer na elk dienstjaar zijn min-uren binnen zes maanden moet inhalen. Na deze periode vervallen ze en komen ze voor rekening van de werkgever. Bij het einde dienstverband mag de werkgever de min-uren enkel verrekenen als de oorzaak van de min-uren in redelijkheid voor rekening van de werknemer behoort te komen.
Wanneer geen CAO van toepassing is of wanneer er geen specifieke bepaling omtrent de min-uren in de CAO is opgenomen, geldt in beginsel dat de werknemer recht heeft op loon indien de arbeid niet is verricht door een oorzaak die in redelijkheid voor rekening van de werkgever behoort te komen. Zo is bijvoorbeeld het niet hebben van voldoende werk een bedrijfsrisico dat voor rekening van de werkgever komt.
Van belang is echter dat alle omstandigheden een rol kunnen spelen. Zo kan het soms de werknemer worden verweten dat hij de werkgever niet heeft geattendeerd op het feit hij min-uren heeft staan of dat er onderling andere afspraken zijn gemaakt. Het is daarom voor de werkgever van belang om de werknemer er schriftelijk op te wijzen dat er min-uren zijn en dat deze door de werknemer moeten en kunnen worden ingehaald. Voor de werknemer is het dan weer raadzaam om de werkgever erop te attenderen dat men de uren wenst in te halen.
Heeft u vragen over min-uren, maak dan een vrijblijvende afspraak.
14 juni 2019
Nathalie van Poucke