Mag een bestuurder zijn bestuurstaken overdragen aan een derde op basis van een volmacht?
In deze zaak ging het om een bedrijf met twee aandeelhouders die tevens optraden als bestuurders. Eén van deze bestuurders, bestuurder A, had vanwege verschillende gezondheidsklachten aan een derde een volmacht verleend voor het verrichten van rechtshandelingen namens de vennootschap.
Vervolgens had de derde meerdere aandeelhoudersvergaderingen uitgeschreven, met als doel de andere bestuurder, bestuurder B, te ontslaan. Bestuurder B stapte vervolgens naar de rechter en stelde zich op het standpunt dat dit niet mogelijk was. Bestuurder B voerde aan dat aan een derde niet zomaar een volmacht mag worden verleend voor het verrichten van bestuurstaken.
De rechtbank Gelderland d.d. 19 april 2017[1] volgde de stelling van bestuurder B en overwoog als volgt:
“Uit artikel 2:8 BW vloeit voort dat een aandeelhouder zijn bevoegdheden in de eerste plaats uitoefent in zijn eigen belang, maar dat daarbij rekening dient te worden gehouden met het belang van de vennootschap. De bestuurder, benoemd door de algemene vergadering, oefent zijn bevoegdheden uit in het belang van de vennootschap. Als consequentie hiervan moet worden aangenomen dat een aandeelhouder in beginsel een volmacht mag geven om zijn aandeelhoudersbevoegdheden uit te oefenen, terwijl de bestuurder dit in beginsel niet mag. Hij mag immers niet de door de algemene vergadering aan hem gegeven last buiten die algemene vergadering om overdragen aan een ander die die last niet van de algemene vergadering heeft ontvangen.”
Uit het voorgaande blijkt dus dat de bestuurder slechts met toestemming van de algemene vergadering haar bestuurstaken mag overdragen aan een derde. Nu dat in het onderhavige geval niet is gebeurd, heeft bestuurder A onrechtmatig gehandeld.
[1] Rb. Gelderland 19 april 2017 ECLINL:RBGEL:2017:3273
31 januari 2018
Ronny Nobus