Loonsanctie: opschorten of stopzetten?
Hoewel de hoofdregel in het arbeidsrecht ‘geen arbeid, geen loon’ is, heeft de zieke werknemer gedurende 104-weken recht op loondoorbetaling. Wanneer een zieke werknemer echter niet aan zijn verplichtingen voldoet, dan heeft de werkgever het recht om het loon op te schorten of stop te zetten. In de praktijk zien wij regelmatig dat deze twee termen door elkaar worden gebruikt. Dit is echter onjuist en kan zelfs vervelende consequenties hebben!
Wanneer een werknemer bijvoorbeeld niet verschijnt op een afspraak bij de bedrijfsarts, wordt het voor de werkgever onmogelijk gemaakt om te controleren of de werknemer al dan niet ziek is. Als gevolg hiervan mag de werkgever het loon opschorten totdat de werknemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan. De loonsanctie fungeert derhalve als een pressiemiddel. Wanneer de werknemer alsnog verschijnt op het spreekuur van de bedrijfsarts, zal de werkgever het loon – met terugwerkende kracht – aan de werknemer moeten uitbetalen.
Wanneer echter de werknemer bijvoorbeeld niet bereid is om passende werkzaamheden te verrichten, kan men als werkgever het loon geheel stopzetten. Pas wanneer de werknemer aan zijn verplichtingen heeft voldaan, ‘herleeft’ het recht op loon weer en dient het loon weer vanaf die datum te worden betaald. Dit gebeurt dus niet – zoals bij opschorting – met terugwerkende kracht.
Let dus goed op wanneer men een loonsanctie wilt instellen. Het is afhankelijk van de situatie of het loon mag worden opgeschort of mag worden stopgezet. Win bij twijfel altijd juridisch advies in. Uit de rechtspraak blijkt namelijk dat wanneer men aan de werknemer aangeeft dat het loon wordt opgeschort, men achteraf niet meer mag aanvoeren dat men een loonstop bedoelde!
13 december 2018
Nathalie van Poucke