Langdurige seizoensarbeid kan leiden tot een duurzame arbeidsrelatie
Wanneer een werkgever en werknemer over een periode van meerdere jaren seizoensarbeidscontracten met elkaar aangaan, dan kan dat ertoe leiden dat een duurzame arbeidsrelatie ontstaat. Dat houdt in dat een werkgever niet zonder goede reden mag weigeren de betreffende werknemer een contract voor een volgend seizoen aan te bieden. Dat besliste de rechtbank Den Haag onlangs. In de betreffende zaak hadden partijen sinds 2004 elk jaar contracten voor seizoensarbeid met elkaar afsloten. De tussenpozen tussen de opeenvolgende contracten waren telkens langer dan drie maanden zodat niet op grond van de zogenaamde ketenregeling een vast arbeidscontract was ontstaan. Niettemin oordeelde de kantonrechter dat toch een duurzame arbeidsrelatie was ontstaan. Het stond de betreffende werkgever dus niet vrij zonder vooraankondiging en zonder zwaarwegend belang de werknemer niet een seizoencontract voor het volgend jaar aan te bieden.
Op de bovenstaande zaak is nog het huidige recht van toepassing. De wettelijke ketenregeling verandert met ingang van 1 juli a.s. Daardoor ontstaat nog sneller een vast dienstverband. De nieuwe regeling houdt (kortweg) in dat indien tijdelijke arbeidscontracten elkaar opvolgen met tussenpozen van hoogstens zes maanden, na 24 maanden een vast contract ontstaat. Datzelfde geldt wanneer drie tijdelijke arbeidscontracten elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van ten hoogste zes maanden. Enkel bij cao kan van deze regeling worden afgeweken. Deze regeling geldt evenmin voor een werknemer jonger dan 18 jaar die gemiddeld minder dan 12 uur per week werkt en de werknemer die werkt in het kader van de beroepsbegeleidende leerweg.
Als de bovenstaande zaak gewezen zou zijn onder het nieuwe recht, dan is goed denkbaar dat zelfs als de tussenpozen tussen de arbeidscontracten langer zouden zijn geweest dan zes maanden, dan toch ook een duurzame arbeidsrelatie zou zijn ontstaan wanneer partijen al sinds 2004 elk jaar met elkaar seizoencontracten hadden afgesloten. De bedoeling van de wetgever met het nieuwe arbeidsrecht is onder meer om flexibele constructies terug te dringen en de werknemer eerder een “gewoon” vast arbeidscontract te laten krijgen. De vraag is of die bedoeling wordt gerealiseerd, wanneer werkgevers bewust de ketenregeling ontwijken of bewust een werknemer het ene jaar wel en het andere jaar niet een seizoencontract aanbieden of wanneer zij seizoencontracten met een korte looptijd aanbieden.
Peter Pijpelink
juni 2015