Hinder door hout stoken kan aanleiding zijn tot ontbinding van huurovereenkomst
Stoken van hout door buren kan een hinderlijke geur in de omgeving voortbrengen, die zelfs tot overlast kan leiden bij omwonenden. Normaliter kunnen omwonenden weinig doen tegen dit soort overlast. Het arrest van het hof Den Bosch van 31 juli 2018 (ECLI:NL:GHSHE:2018:3261) kan hier echter verandering in brengen. Uit dit arrest volgt dat onrechtmatige hinder door stoken van hout kan leiden tot ontbinding van een huurovereenkomst.
Wat deed zich voor?
Huurder huurt een woning van Wonen Limburg. In deze woning stookt hij binnen en buiten hout in een kachel. Buren van huurder klaagden sinds 2014 over overlast van zwarte rook en stank veroorzaakt door huurder. Buren verklaarden ernstig in hun woongenot te zijn aangetast. Zo kunnen zij niets anders dan ramen en deuren dichthouden, hebben zij last van rook en stank en werd door één van de buren geklaagd over ademhalingsproblemen.
Na onderling overleg tussen de buren en gemeente nam huurder maatregelen in de vorm van verlenging van het afvoerkanaal van de kachel. Ondanks deze maatregel bleven de buren klagen. Wonen Limburg heeft meerdere keren en lange tijd huurder aangesproken. Huurder liet weten dat hij van mening was dat hij aan alle wettelijke vereisten heeft voldaan en dat hij geen actie zou ondernemen. Wonen Limburg heeft huurder gedagvaard en zij vorderde daarin primair ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde. Hieraan werd ten grondslag gelegd dat huurder is tekortgeschoten in de nakoming van zijn verplichting die voortvloeit uit de huurovereenkomst en de algemene bepalingen, namelijk: “Huurder dient ervoor zorg te dragen dat aan omwonenden geen overlast of hinder wordt veroorzaakt door huurder, huisgenoten, huisdieren of door derden die zich vanwege huurder in het gehuurde of in de gemeenschappelijke ruimten bevinden.”
’s Hofs oordeel
Door het hof wordt veroorzaken van overlast door rook en stankgezien als een gedraging die onrechtmatig is in de zin van art. 5:37 Burgerlijk Wetboek (BW). Van belang hierbij is de aard, ernst en duur van de hinder en de daardoor toegebrachte schade in combinatie met de verdere omstandigheden van het geval. De plaatselijke omstandigheden spelen hierbij tevens een rol.
Het Hof vond dat huurder geen tot onvoldoende rekening hield met belangen van zijn buren door niet te stoppen met voortdurend plegen van overlast, o.a. veroorzaakt door stoken van hout in de tuin. Niet, althans niet zodanig, doet hieraan af dat huurder de kachelpijp – op last van de gemeente – heeft verlengd aangezien deze maatregel niet tot verbetering heeft geleid. Het hof nam daarbij in overweging dat de overige rook- en stankoverlast door deze maatregel niet werd weggenomen.
Evenals de rechtbank concludeerde het Hof dat huurder voortdurend onrechtmatig overlast heeft veroorzaakt aan de omwonenden. Dit gedrag werd door het Hof gezien als een aan huurder toerekenbare tekortkoming in de nakoming van zijn verplichtingen uit de huurovereenkomst en de daarbij behorende algemene bepalingen jegens Wonen Limburg. Door het feit dat deze onrechtmatige overlast structureel en voortdurend voorkwam is ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde in de zin van art. 6:265 lid 1 BW gerechtvaardigd.
Geoordeeld werd verder dat niet van belang was dat huurder volgens de huidige wetgeving met schoon en droog hout stookte en dat de kachel voldeed aan de wettelijke eisen.
Conclusie
Dit arrest maakt duidelijk dat tegen overlast van stoken van hout kan worden opgetreden. Als een huurder niet oppast kan zijn overeenkomst worden ontbonden indien hij niet met zijn overlast veroorzakende stookgedrag stopt en hij regelmatig is aangesproken. Daarbij moet hij meerdere kansen hebben gekregen om de overlastsituatie in de zin van rook en stank te stoppen.
5 december 2018
Anneline Nieuwenhuijse