Het Hof van Justitie van de Europese Unie beslist: thuiswachtdienst van werknemer geldt als arbeidstijd
Op 21 februari 2018 heeft het Hof zich over de vraag gebogen of een thuiswachtdienst waarbij de werknemer verplicht is om in korte tijd gehoor te geven aan oproepen, moet worden gekwalificeerd als arbeidstijd of rusttijd.
De aanleiding van deze procedure was een Belgische rechtszaak waarbij een brandweervrijwilliger vergoeding van de door hem vervulde thuiswachtdiensten vorderde. De vrijwilliger moest tijdens zijn thuiswachtdiensten niet enkel bereikbaar zijn, maar ook binnen 8 minuten gehoor geven aan de oproepen en voorts fysiek aanwezig zijn op de door de werkgever aangewezen plek. Aangezien op deze kwestie een Europese richtlijn1 van toepassing was, heeft de Belgische rechter uitleg gevraagd aan het Hof.
Het Hof overwoog dat de brandweervrijwilliger niet alleen bereikbaar diende te zijn, maar dat hij ook gehoor moest geven aan oproepen hetgeen betekende dat hij beperkt werd in het ondernemen van sociale of andere persoonlijke activiteiten. Hierdoor diende de situatie te worden beschouwd als ‘arbeidstijd’ en was de werkgever verplicht het loon over die uren uit te betalen.
Het voorgaande wil niet zeggen dat in elk geval een thuiswachtdienst als arbeidstijd moet worden beschouwd. Wanneer men namelijk tijdens de dienst de uren vrij kunt besteden, dan zal er niet snel sprake zijn van arbeidstijd.
Heeft u vragen over een thuiswachtdienst? Neem dan gerust contact met ons op voor advies!
1: Richtlijn 2003/88EG betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd.
2 mei 2018
Nathalie van Poucke