Gevolgen medehuurder voor tekortkomingen van de huurder
Wanneer men samenwoont met een huurder kan men in een aantal gevallen worden aangemerkt als medehuurder van het pand. Zo is men automatisch medehuurder wanneer er sprake is van een huwelijk of geregistreerd partnerschap of wanneer er een duurzame gemeenschappelijke huishouding bestaat. Het voordeel van deze kwalificatie is dat men zich kan beroepen op de vergaande huurbescherming uit ons Burgerlijk Wetboek.
In de jurisprudentie wordt regelmatig de vraag gesteld hoever deze huurbescherming van de medehuurder reikt. Onlangs heeft de rechtbank te Amsterdam[1] zich over een dergelijke kwestie moeten uitspreken. Het ging in die zaak om een huurovereenkomst die werd ontbonden vanwege een ernstige tekortkoming aan de zijde van de huurder. De huurder voldeed immers al tijden niet meer aan zijn betalingsverplichting. De vraag was of de ontbinding van de huurovereenkomst tevens gevolgen had voor de medehuurder.
De kantonrechter beantwoordde deze vraag bevestigend en overwoog dat de ontbinding van de huurovereenkomst als gevolg van een ernstige tekortkoming ook gevolgen kan hebben voor de medehuurder als diegene wetenschap had van de ernstige tekortkoming op dat moment dat hij kon worden aangemerkt als medehuurder.
De kantonrechter kwam tot de conclusie dat de medehuurder bekend was met het feit dat de huurder zijn betalingsverplichting jegens de huurder niet nakwam. Gelet hierop en op de hoogte van de betalingsachterstand die na zijn intrek in de woning is ontstaan, was ontbinding van de huurovereenkomst ook jegens de medehuurder gerechtvaardigd en heeft hij zijn positie als medehuurder verloren.
[1] Rechtbank Amsterdam 19 april 2016 ECLI:NL:RBAMS:2016:919 [Niet gepubliceerd op rechtspraak.nl]
7 juni 2017
Anneline Nieuwenhuijse