Geen verplichting om een slapend dienstverband te beëindigen
Sinds 1 juli 2015 zijn werkgevers vaak verplicht om bij ontslag hun werknemer een ontslagvergoeding, de zogenaamde transitievergoeding, te betalen.
Ook werknemers die worden ontslagen na twee jaar ziekte hebben recht op een transitievergoeding.
Na twee jaar ziekte is de werkgever niet langer verplicht het loon door te betalen. Hij hoeft de werknemer echter niet te ontslaan en kan ervoor kiezen hem in dienst te houden. Dan ontstaat een zogenaamd slapend dienstverband.
Zolang de werknemer in dienst blijft, heeft hij geen recht op een transitievergoeding.
Een werknemer met een slapend dienstverband meende dat zijn werkgever hem in dienst hield enkel om geen transitievergoeding te hoeven betalen. De werknemer verzocht de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst te beëindigen. In zijn beschikking van 31 oktober 2015 (JAR 2015/302) wees de kantonrechter het verzoek af. Hij stelt dat niet een verplichting bestaat om een slapend dienstverband te beëindigen.
Het kan voor een werkgever aantrekkelijk zijn of lijken om een slapend dienstverband in stand te houden. Hij is immers noch loon, noch de transitievergoeding verschuldigd.
Daar staat tegenover dat hij ook na het tweede ziektejaar de zieke werknemer moet re-integreren en dat bij een eventueel herstel de werknemer weer aanspraak op tewerkstelling en dus op loon kan maken.
Voortzetting van een slapend dienstverband brengt dus voor zowel werkgever als werknemer onzekerheid met zich mee.
Het kan dan verstandig zijn om in onderling overleg het dienstverband te beëindigen en daarbij de werknemer (een deel van) de transitievergoeding te betalen.
Peter Pijpelink
30 december 2015